Woonhuis de Sévaux in het Benoordenhout in Den Haag is een typisch voorbeeld van Haagse school architectuur uit de jaren ’30. De uitbreiding van het achterhuis omvat een vergroting van de woonkamer en keuken op de begane grond en de toevoeging van een studeerkamer op de 2e verdieping. Het ontwerp heeft een ambivalente verhouding tot zijn omgeving. Het materiaalgebruik is contextueel, de compositie is contrasterend. De gevels van de uitbreiding onderscheiden zich tot het ‘massieve’ bakstenen hoofdvolume door hun glazen verschijning. De woonkamer gaat naadloos over in de diepe stadstuin, terwijl de studeerkamer een panoramisch uitzicht heeft over het groene binnenterrein. Houten kozijnen en draaiende delen vormen de ‘traditionele’ invullingen binnen de ‘modernistische’ glazen kaders. In tegenstelling tot de transparante gevels van de uitbreiding, is de gevel van de 1e verdieping met de daarachter gelegen slaap- en badkamer besloten van karakter. Het grote balkon op de uitbreiding van de begane grond wordt door een metselwerk borstwering begrensd. Perforaties in de borstwering garanderen uitzicht vanuit slaapkamer en balkon op de tuin. Een scheepsketting vanuit een van de perforaties verzorgt de afvoer van het hemelwater. Het contrast tussen de glazen uitbouw en de ‘zware’ bakstenen borstwering zorgt voor een spanning die aansluit op het paradoxale karakter van het ontwerp, een modernistische uitbreiding in een traditionele omgeving.
Den Haag
Familie De Sevaux Van Den Berch
ontwerp en uitvoering 2001
Klaas van der Molen, Joost Glissenaar